De gerechtelijke vereffening en verdeling vormt van oudsher een lastige juridische procedure. Wanneer bij discussie tussen echtgenoten of erfgenamen geen akkoord kan worden bereikt over de verdeling van de tussen hen bestaande onverdeelde mede-eigendom, beveelt de rechtbank in principe de vereffening en verdeling en stelt zij een notaris aan. Vermits de wet echter geen termijnen voorzag voor de verdere afhandeling bij de notaris, kon deze procedure lange tijd blijven aanslepen.
De wetgever heeft dan ook getracht
aan deze problematiek tegemoet te komen.
De Wet van 13 augustus 2011 (B.S. 14.09.2011)
beoogt een snellere afhandeling van de procedure.
Vooreerst bepaalt de wet dat de rechter voortaan slechts één zogenaamde notaris-vereffenaar meer aanstelt. De aanstelling van twee notarissen is uitzonderlijk nog mogelijk met akkoord van partijen én van de rechtbank (die deze aanstelling ‘gerechtvaardigd’ dient te achten). Voorts werd de figuur van de notaris aangesteld om de afwezige en/of weigerende partijen te vertegenwoordigen afgeschaft. Indien een partij voortaan afwezig blijft of ‘weigert’, stelt de notaris-vereffenaar dit gewoon vast en gaat de procedure verder.
De belangrijkste vernieuwing is zonder twijfel
de invoering van een termijnkalender.
De wetgever liet zich ter zake inspireren door
de huidige regeling inzake conclusietermijnen.
Zo hebben partijen voortaan de mogelijkheid om in onderling akkoord een conventionele kalender af te spreken. Zij kunnen ook overeen komen om (eventueel gedurende een bepaalde periode) zonder termijnen verder te werken. Bij gebrek aan akkoord zijn de wettelijke termijnen van toepassing, waarbij in hoofdzaak periodes van 2 maanden worden gehanteerd. Bovendien heeft de rechtbank de mogelijkheid om de wettelijke termijnen te verkorten op verzoek van een partij of de notaris-vereffenaar. Ten slotte kunnen deze termijnen ook gestuit worden met akkoord van partijen.
De niet-naleving van termijnen, conventioneel of wettelijk, wordt voortaan gesanctioneerd. De notaris-vereffenaar houdt namelijk geen rekening met de aanspraken, opmerkingen en stukken welke door een partij worden meegedeeld na het verstrijken van de (conventioneel of wettelijk) vastgelegde termijn. Wanneer de notaris zelf een termijn zou miskennen, kan iedere partij de rechtbank vatten met het oog op de oproeping van notaris en partijen en een eventuele vervanging van de notaris-vereffenaar.
De vervanging van de notaris-vereffenaar krijgt ook een wettelijke basis.
In geval van weigering, verhindering of omstandigheden die gerechtvaardigde twijfel doen rijzen over zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid, voorziet de rechtbank in zijn vervanging. Een partij kan slechts om vervanging vragen tot aan de opening van werkzaamheden, tenzij zij pas nadien kennis kreeg van de inroepen reden. De wet voorziet ter zake in een specifieke procedure.
De mogelijkheid van onderling akkoord tussen partijen wordt in de nieuwe wet duidelijk op een voetstuk geplaatst. Zo kunnen partijen zowel in de fase voor de rechtbank als in de fase voor de notaris akkoorden sluiten welke hen definitief binden. Het kan hierbij gaan om een globaal, dan wel een deelakkoord (in welk geval de procedure voor de overige discussies verder loopt).
Vanuit de idee dat de procedure vlotter dient te verlopen, heeft de wetgever bovendien voorzien in een aantal specifieke regels:
- Elke kennisgeving aan partijen gebeurt voortaan bij deurwaardersexploot, aangetekend schrijven of ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs. De raadslieden van partijen worden ter kennis gesteld via gewone brief, fax of e-mail.
- De vordering tot vereffening-verdeling van een onverdeeldheid strekt zich van rechtswege uit tot andere onverdeeldheden waarvan de verdeling nodig is om de gevraagde verdeling te realiseren (bv. om een nalatenschap van een overleden echtgenoot te vereffenen, dient eerst de huwgemeenschap vereffend te worden). Deze regel geldt niet indien bij deze andere onverdeeldheden derden betrokken zijn. Een zelfde principe werd uitgewerkt voor de uitspraken die de vereffening-verdeling bevelen.
- De rechtbank kan, op verzoek van een partij of van de notaris-vereffenaar, beslissen om goederen die in het buitenland gelegen zijn aan een afzonderlijke verdeling te onderwerpen. Een partij kan hiertegen wel in beroep gaan.
- De rechtbank kan in het begin van de procedure een deskundige aanstellen. Indien dit niet gebeurd is, kunnen partijen of de notaris-vereffenaar in de loop van de procedure steeds op eenvoudig schriftelijk verzoek een aanstelling vragen. Indien een deskundige werd aangesteld, kan de notaris-vereffenaar, mits akkoord van de partijen, doch zonder de rechtbank te moeten vatten, de opdracht van de deskundige vervolledigen, bijkomende opdrachten geven, of een actualisering van zijn schatting vragen.
- De notaris-vereffenaar is in beginsel gehouden tot het opmaken van een boedelbeschrijving. Partijen kunnen evenwel tot op het ogenblik van het opmaken van het proces-verbaal van de opening van werkzaamheden akkoord gaan om hem van deze verplichting te ontslaan. Zij kunnen ook akkoord gaan om de boedelbeschrijving louter op verklaring te laten plaatsvinden. Wel dienen de partijen in deze gevallen steeds akkoord en bekwaam te zijn.
- De notaris-vereffenaar krijgt de wettelijke mogelijkheid een tussentijds proces-verbaal op te stellen van de geschillen of moeilijkheden die naar zijn oordeel dermate essentieel zijn dat ze het opstellen van een staat van vereffening verhinderen.
- Net zoals dit reeds voor de rechtbank voorzien is, wordt ook in de fase voor de notaris een wettelijke mogelijkheid gecreëerd om ‘heropening van de debatten’ te vragen. Dit kan enkel indien een partij na het verstrijken van de toepasselijke termijn een nieuw feit of stuk van overwegend belang voorlegt. Het is de notaris-vereffenaar die zal oordelen in hoeverre dergelijk stuk of feit nog in aanmerking kan worden genomen. Ook hier kunnen partijen conventioneel termijnen afspreken om op dit nieuwe stuk of feit opmerkingen te maken. Is er geen akkoord, geldt een wettelijke termijn.
- De notaris-vereffenaar behoeft geen machtiging van de rechtbank meer om over te gaan tot openbare verkoop indien hij meent dat de gevoeglijke verdeling in natura, welke nog steeds de regel blijft, niet mogelijk is. Bovendien kan de notaris, indien hij een akkoord van partijen omtrent de verkoop van een onverdeeld goed vaststelt, eveneens overgaan tot onmiddellijke verkoop, zonder de rechtbank hiervoor te moeten vatten.
- De wet bepaalt voortaan uitdrukkelijk dat hoger beroep tegen een vonnis geveld vóór de opening van werkzaamheden, geen devolutieve werking heeft. Dit betekent concreet dat de zaak na uitspraak in graad van beroep terug naar de rechter in eerste aanleg zal worden verwezen en partijen bijgevolg geen aanleg verliezen.
De nieuwe wet treedt in werking op 1 april 2012. De oude regels blijven evenwel van toepassing op de zaken waarin de vordering tot verdeling hangende is en die op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze wet in beraad zijn genomen.